Lang niet alle voorschriften gaan over naar het landelijke BAL. Veel voorschriften worden gedecentraliseerd wat betekent dat provincie, gemeente of waterschap er voor verantwoordelijk wordt. Om de overgang van landelijke naar regionale regels te vergemakkelijken heeft het ministerie standaardteksten gemaakt die gemeenten en waterschappen kunnen opnemen in bijvoorbeeld het gemeentelijke omgevingsplan of de Keur van het waterschap.

Tijdens de botsproef is duidelijk geworden dat de nieuwe wetgeving voor de rijksoverheid minder administratieve lasten met zich meebrengt, maar voor de ondernemer wordt het ingewikkelder. Omdat er vanaf 2021 meer voorschriften door gemeente en waterschap worden opgesteld, kunnen ze per vestiging verschillen (bijvoorbeeld op het gebied van geluid). Dit kost dus veel uitzoekwerk.

De nieuwe wetgeving kent een specifieke zorgplicht die de toezichthouder de mogelijkheid biedt om de best beschikbare techniek (BBT) te eisen, ook al zijn er voorschriften in BAL of regionale wetgeving opgenomen. Een soortgelijke optie zit nu ook in het Activiteitenbesluit, maar in de Omgevingswet komt dit nadrukkelijker naar voren. Dit betekent dat u als ondernemer voor elke stap in uw bedrijfsproces moet kunnen uitleggen dat u op meest verantwoorde manier bezig bent. Het gewoon voldoen aan de beschreven voorschriften is dan niet meer voldoende.

Vanuit meerdere partijen, waaronder LTO Glaskracht Nederland, is hier tegen geprotesteerd. Een Kamermeerderheid staat achter het principe van de specifieke zorgplicht, dus de kans dat dit nog wijzigt is minimaal.

Procesbeschrijvingen en onderbouwingen worden vanaf 2021 een belangrijk onderdeel van het ondernemerschap. Kijk hier voor meer informatie over de botsproef en de Omgevingswet.