Saprotrofe schimmels in het substraat

Eind 2014 is het onderzoek naar beheersmaatregelen tegen Leucocoprinus afgerond. In overleg met de BCO was er op 5 februari een bijeenkomst met een aantal betrokken partijen (teelt, toelevering, substraat, onderzoek, laboratoria en brancheorganisaties). Conclusie was onder andere dat er weinig kennis is over de oorzaak waarom saprotrofe schimmels (onder andere Leucocoprinus) wel of juist niet een probleem kunnen gaan vormen.

Saprotrofe schimmels
Saprotrofe schimmels zijn organismen die kunnen leven op dood organisch materiaal en geen levende waardplant nodig hebben om in stand te blijven. De meesten blijven dan ook onopgemerkt. Onder bepaalde condities in de teelt kunnen sommige schimmels, die niet ziekteverwekkend zijn voor planten, echter uitbundig gaan groeien in het substraat en dan een teelt zodanig beïnvloeden dat de plantengroei alsnog ernstig wordt verstoord.

Beter inzicht in problematiek
Door de toenemende druk op toepassing van veen vervangende producten en afnemend gebruik van breed werkende fungiciden is er meer risico te verwachten met overmatig groeiende saprotrofe schimmels. En net als bij Leucocoprinus is niet met 100% zekerheid aan te geven waar de schimmel vandaan komt en wat de omstandigheden zijn waaronder de schimmel uitgroeit tot een probleem. Hygiëne is en blijft belangrijk om verspreiding te voorkomen.

Om beter inzicht te krijgen in de omvang en aard van de aanwezigheid van saprofyten in potplantenteelten wordt een platform opgericht om informatie vanuit de praktijk te verzamelen en daarover naar alle betrokkenen te communiceren. Het toepassen van hygiënemaatregelen vormt een hulpmiddel in het voorkomen en beheersen van paddenstoelen in de teelt van potplanten. Daarom worden hygiëne protocollen opgesteld die toegepast kunnen worden in de gehele keten, van toelevering tot teelt en eindproduct.

Kennis ontwikkelen
In de sector ontbreekt het op dit moment aan kennis van schimmels en paddenstoelen in het algemeen en de omstandigheden waaronder een organisme zich manifesteert, in het bijzonder. Hiervoor wordt gekeken naar een onderzoekstraject. Er zijn drie belangrijke redenen om de mogelijkheden van een gezamenlijk project te onderzoeken;

  • er is een urgentie vanuit de potplantenteelt met het oog op achterblijvende resultaten en uitval, als ook cosmetische schade aan uit te leveren product;
  • een product dat aangetast is door schimmels en/of paddenstoelen, kan een belemmering opleveren voor de (inter)nationale positie (quarantaine product);
  • het ontwikkelen van kennis is een kostbare activiteit. De initiatiefnemers (RHP, Wageningen UR en LTO Glaskracht Nederland) gaan zich oriënteren op een ketenbreed project en gezamenlijke financiering.

Arthur van den Berg

Webinar 'AOW in zicht'

Ieder jaar stromen werknemers op basis van leeftijd uit. Zij AOW ontvangen en een pensioen. In het eerst volgende Webinar van BPL gaat ons pensioenfonds in op vragen als: hoe werkt AOW aanvragen, kan ik een dag korter gaan werken, welke…

Glastuinbouw Nederland - © 2024