‘We willen van Het Oude Denken naar Het Nieuwe Doen’

Helma Verberkt, beleidsspecialist en programmamanager Plantgezondheid bij LTO Glaskracht Nederland, hield tijdens het PlantgezondheidEvent 12 maart 2014 in Bleiswijk een presentatie over Het Nieuwe Doen in plantgezondheid. ‘Telers grijpen echt niet meteen naar hun middelenkast’, aldus Verberkt.

De termen vergroening en verduurzaming zijn tegenwoordig in de glastuinbouwsector net zo gewoon als de termen plantenziekten, plagen en onkruid. Helma Verberkt, nationale autoriteit op het gebied van plantgezondheid, weet dat als geen ander.

Hoe staat het met de vergroening van de Nederlandse glastuinbouw?
‘De bewustwording en maatschappelijke druk tot vergroening groeien. Dat leidt tot meer inzet en het zoeken naar nieuwe maatregelen en laagrisicomiddelen. We moeten als sector naar een ander systeemdenken: hoe kun je voorkomen dat plagen en ziekten optreden in plaats van alleen ingrijpen als er ziektes of plagen zijn? Daartoe zijn in Het Nieuwe Doen vier pijlers benoemd: weerbaar gewas, robuust weerbare teeltsystemen, slimme en innovatieve technologieën en een effectief en duurzaam middelen- en maatregelenpakket. Daarin zijn al goede stappen gezet, maar we zijn er nog niet. Het vraagt ook om nieuwe kennis. Bijvoorbeeld van de afweermechanismen van een plant, wat nog onbekend terrein is. Wel weten we dat planten stoffen aanmaken als salicylzuur, om zich te kunnen verweren tegen belagers. Die bestrijding van binnenuit, vanuit de plant zelf, is het meest logisch. We moeten het alleen nog doorgronden, zodat wij de plantweerbaarheid kunnen sturen en er meetmethodieken voor ontwikkelen.’

Waar valt de grootste winst te behalen?
‘Het doorgronden van die plantweerbaarheid en het systeemdenken, aangevuld met verdere vergroening van het middelenpakket. Dit laatste wordt voortvarend gedaan binnen de Green Deal Groene Gewasbeschermingsmiddelen (een initiatief van de overheid, LTO, Artemis, Bionext, Ctgb, Natuur & Milieu en Nefyto) waarvoor nu acht pilotprojecten lopen. Hierin verkennen we de mogelijkheden naar een sneller en eenvoudiger toelatingssysteem voor groene middelen: middelen van natuurlijke oorsprong of natuuridentieke middelen. Het toelatingstraject van middelen is namelijk een langdurig en ingewikkeld proces.’

Waar ligt de uitdaging bij meer biologische en natuurvriendelijke gewasbeschermingsmiddelen?
‘Om de productie en kwaliteit te garanderen zijn correctiemiddelen noodzakelijk. Als dit met meer groene middelen kan, is dit een goede zaak. Van belang blijft het behoud van een breed middelenpakket, zodat kan worden volstaan met integreerbare selectieve middelen.’

Hoe reageert de sector op Het Nieuwe Doen?
‘We willen van Het Oude Denken naar het Nieuwe Doen op basis van de eerdergenoemde vier pijlers. Telers grijpen echt niet meteen naar hun middelenkast. Ze proberen het stap voor stap toe te passen. In de voedingstuinbouw is het al ver doorgevoerd, de sierteelt moet dat nog verder oppakken en nieuwe ecosystemen in die kassen introduceren en handhaven. Dat ligt daar wat lastiger in verband met de andere eisen die aan het product worden gesteld en waarvoor nultoleranties gelden, zoals de sierwaarde. 27 projecten lopen nu of worden opgestart. Allemaal publiek-private samenwerkingsverbanden, waarbij de sector veel investeert. Het streven is 50-50 en dat halen we dit jaar ook. De verwachting is er dat medio april weer voorstellen voor publiek-private samenwerkingsprojecten in het kader van de topsector Tuinbouw & Uitgangsmaterialen kunnen worden ingediend voor projecten in 2016. Bedrijven zijn aan zet. Het is belangrijk dat ze een duurzaam product op de markt zetten dat concurrerend is; onderscheidend van de massa.’

Hoe verhouden de Nederlandse vergroeningsinspanningen zich ten opzichte van andere landen?
‘De Nederlandse glastuinbouw is heel vooruitstrevend. We moeten ons niet laten afremmen door landen waar die vergroening lager op de prioriteitenlijst staat. Kennisdeling met andere landen is momenteel vooral gericht op reguliere middelen en toelatingstrajecten. Er zou wat mij betreft veel meer druk mogen worden gelegd op de harmonisatie van het toelatingsbeleid. Want dan heb je een gelijk speelveld.’

Hoe ziet de toekomst van ‘niet-groene’ gewasbeschermingsmiddelen eruit? Kunnen die op den duur volledig verdwijnen?
‘Nee, die blijven we nodig houden. Waar we kunnen vergroenen, moeten we het doen. Als je geen correctiemiddelen hebt, dan vallen bijvoorbeeld oogsten weg of zijn oogsten kwalitatief onvoldoende. Juist de mogelijkheid van het hebben van correctiemiddelen is van belang voor het ontwikkelen van de geïntegreerde teelt. Maar of het nu groen of niet-groen is, het moeten wel laagrisicomiddelen zijn. Onze klanten eisen dit ook.’

Hoe zou de ontwikkeling van plantgezondheid voor de komende tien jaar eruit moeten zien?
‘Verdere ontwikkeling van geïntegreerde gewasbescherming door vernieuwingen in ecosystemen; de Green Challenges. Nieuwe stappen zijn ook te verwachten bij de ontwikkeling van resistentieveredeling en het zoeken naar resistente gewassen.’

Onno Beijers/Scripta Manent

Glastuinbouw Nederland - © 2024