Biologische Plaagbestrijding 2.0 - nieuwe bestrijders en technieken

Beschrijving

Doel:
Dit project beoogt een verbetering van de biologische bestrijding van plagen in kassen door 3 nieuwe methoden:

  • Inzet en bevorderen van populaties spinnen met een plaagonderdrukkende werking. Spinnen zijn een sterk onderbelichte groep van bestrijders die in elke kas aanwezig zijn, maar hun rol in het hele kasecosysteem is nog vrijwel onbekend. De eerste resultaten voor bestrijding van trips met spinnen zijn veelbelovend.
  • Nieuwe natuurlijke vijanden die ook bij lage temperaturen goed presteren in typische “koude gewassen”.
  • Oplossingen voor gewassen waar predatoren zich door de eigenschappen van de plant (bijvoorbeeld haarloos bladoppervlak) moeilijk kunnen vestigen. Een betere vestiging van de natuurlijke vijanden zal helpen bij het opbouwen van een "standing army" die klaar staat om opkomende plagen onder controle te houden.

Projectbeschrijving:
Biologische bestrijding is een goed alternatief voor het gebruik van chemische gewas-beschermingsmiddelen, maar er zijn nog veel 'witte vlekken' in kennis en mogelijkhe-den voor biologische bestrijding voor verschillende plagen en teelten. In dit onder-zoeksproject wordt ingegaan op 3 belangrijke aspecten van biologische bestrijding waarover we nog onvoldoende kennis hebben:

  • De rol van spinnen als biologische bestrijder van plagen in kasgewassen is tot nu toe nauwelijks bestudeerd, maar ze lijken veel potentie te bieden voor bestrijding van belangrijke plagen.
  • Voor teelten bij lage temperaturen zijn veel biologische bestrijders die nu worden ingezet beperkt geschikt. Voor dit onderdeel heeft de WUR een aantal nieuwe bestrijders op het oog (roofwantsen, gaasvliegen, spinnen en roofvliegen), waarvan sommige in kweek, die beter lijken te presteren bij lage temperaturen.
  • Naast lage temperaturen kunnen ook planteigenschappen een belemmering vormen voor natuurlijke vijanden. Roofmijten zijn belangrijke bestrijders van trips en wittevlieg in veel gewassen, maar vestigen zich moeilijk in gladbladige gewassen. Verkennende studies laten zien dat er potentie is om de vestiging te verbeteren door alternatief voedsel te combineren met het aanbrengen van kunstmatige domatia (okselbaarden) en trichomen (bladharen) voor ei-afzet.

Het project heeft de volgende werkpakketten:

  1. Spinnen als plaagbestrijders: in dit werkpakket wordt de effectiviteit van spinnen uit verschillende families en met verschillende jachtmethoden getest op verschillende insectenplagen.
  2. Plaagbestrijding bij lage temperaturen: dit werkpakket richt zich op bestrijding van trips en bladluis in koude teelten zoals freesia, aardbei, anjer en alstroemeria, waar de biologische bestrijding niet altijd goed werkt omdat de natuurlijke vijanden die nu worden ingezet niet goed presteren bij lage temperaturen (onder de 15 graden).
  3. Gewasaanpassingen voor roofmijten: het doel van dit werkpakket is het verbeteren van de vestiging van roofmijten in verschillende siergewassen die ongeschikte waardplanten zijn.
  4. Validatie: dit werkpakket is gericht op validatie van de resultaten op praktijkschaal. De bedrij-ven worden gedurende 9 maanden gevolgd door kleine expertteams per bedrijf (teeltmanager, adviseur, onderzoeker). 
Projectnummer P24002
Looptijd 01-01-24   -   31-12-27
Afgerond Nee
Uitvoerder Wageningen University & Research, Business Unit Glastuinbouw

Onderzoek en projecten

Masterplan Verticillium

Lopend

Doel: Duurzame vermindering van de Verticillium-verwelkingsziekte in de glastuinbouw door een geïntegreerde aanpak gebaseerd op gevoelige detectie van…

Screeningsonderzoek Plantgezondheid

Lopend

Doel is een doorlopend onderzoekprogramma op te stellen waarbij biologische en chemische middelen en maatregelen worden getest tegen diverse…

Glastuinbouw Nederland - © 2024