Betrouwbare meetmethode tripspoppen in chrysant stap dichterbij

Trips bestrijding in chrysant is lastig. Er zijn steeds minder chemische middelen beschikbaar. De laatste jaren zijn flinke stappen gemaakt met de inzet van biologische bestrijders. Zo worden er diverse roofmijten succesvol ingezet tegen Californische trips (Frankliniella occidentalis). De werking van deze generalistische roofmijten is de laatste jaren steeds effectiever geworden, mede door aanpassingen die zijn gemaakt in de uitzettechnieken, verminderingen in het gebruik van chemische insecticiden en de introductie van diverse voedermijten in verschillende strategieën.

Een probleem blijft echter dat veel telers in het najaar overstappen van roofmijten naar chemische gewasbeschermingsmiddelen. Zij ervaren dat de bestrijding van trips in het najaar en de winterperiode door roofmijten onvoldoende is, waardoor er in het vroege voorjaar te veel tripspoppen in de kasgrond aanwezig zijn en blijven.
Echter, hoeveel vitale poppen er uiteindelijk in de grond aanwezig zijn aan het einde van de winterperiode is niet bekend. Op initiatief van ChrysantNL besloten de werkgroep gewasbescherming Chrysant en Vertify een onderzoek te starten om een betrouwbare ‘praktische’ telmethodiek te ontwikkelen, waarmee de hoeveelheid poppen in de grond kan worden bepaald. Op deze manier kan er uiteindelijk een effectievere bestrijdingsstrategie met roofmijten worden ontwikkeld.

Nieuwe methodiek
Het ontwikkelen van een betrouwbare methodiek, waarmee de aantallen tripspoppen in de kasgrond kunnen worden bepaald, zal in verschillende fases worden uitgevoerd. De eerste twee fases (die ondertussen zijn afgerond) richtten zich zowel op het ontwikkelen van een methodiek om poppen zowel visueel (direct) als via een indirecte methodiek in een grondmonster te tellen. De directe methode bleek succesvol, in veel gevallen werden in de bemonsterde grond werden diverse tripspoppen en larven teruggevonden. En ook in de verschillende herhalingen bleek dit het geval te zijn.

Naar de praktijk
De derde fase van het onderzoek richt zich op het valideren van de ontwikkelde methodiek in de praktijkomgeving. Op dit moment worden bij verschillende chrysantentelers met een relatief hoge tripsdruk voor een periode van vijf maanden na vijf verschillende teeltronden de aantallen vitale tripspoppen in de grond bepaald. Met de telers wordt bepaald op welke plekken de monsters worden genomen. Van ieder teeltperiode is de mate van tripsdruk bekend (bepaald via een spoeltelling) en is de aangehouden bestrijdingsstrategie bekend.

ChrysantNL hoopt dat deze methode uiteindelijk betrouwbaar genoeg blijkt om onderdeel te worden van een totaal biologisch systeem, waarin roofmijten, roofwantsen en aaltjes samenwerken om trips onder controle te houden.

Glastuinbouw Nederland - © 2024