Nederland pleit bij EU voor andere beoordeling van de waterkwaliteit
Eerder is al duidelijk geworden dat de EU het principe van ‘one out, all out’ niet wil loslaten, maar Nederland stelt dat daarmee onvoldoende inzicht wordt verkregen in de verbetering van de waterkwaliteit die wel degelijk behaald is. Nederland pleit daarom voor een extra indicator. Het Nederlandse oppervlaktewater voldoet namelijk aan ca. 75% van de gestelde normen/doelen, maar omdat er in bijna elke sloot of plas nog aan een of meerdere parameters wordt voldaan, classificeert de KRW dat waterlichaam als ‘niet goed’ en dat geeft een vertekend beeld.
In een tweede non-paper vraagt Nederland verduidelijking van het begrip ‘achteruitgang’ uit de Kaderrichtlijn Water. Bij werk in of langs het water kan door bijvoorbeeld grondverzet, de kwaliteit van het oppervlaktewater tijdelijk verslechteren zonder dat er daadwerkelijk verontreiniging wordt toegevoegd. Een te strikte interpretatie van ‘achteruitgang’ maakt veel noodzakelijk werk zoals het verbreden van rivieren, niet meer uitvoerbaar.
De Kamerbrief en non-papers zijn onderaan dit bericht te vinden.