Biologie maakt goede start in de Pilot 'Tomaat telen zonder zwavel’

In de tomatenteelt is plantgezondheid een belangrijk onderwerp. Het wordt op bedrijven een steeds grotere uitdaging. De inkrimping van het middelenpakket en nieuwe ziekten en plagen maken het niet makkelijk. Om de uitdagingen beter aan te kunnen in de toekomst is Glastuinbouw Nederland − in nauwe samenwerking met de gewascoöperatie tomaat, Biobest Nederland, Bioline Agrosciences en Vertify − een pilot gestart. Het doel daarvan is het effect van twee biologische bestrijdingsstrategieën in de onbelichte tomatenteelt te demonstreren in twee afzonderlijke kascompartimenten. De proef is gestart in week 4.

Hoe snel kan de roofmijt Pronematus ubiquitus zich vestigen?
Dit is een van de eerste vragen waarop wij in deze pilot een antwoord willen krijgen. Pronematus ubiquitus is een kleine experimentele roofmijtsoort die door Biobest is geproduceerd. Ze hoort bij de superfamilie van de Tydeoidae die jarenlang over het hoofd is gezien in de biologische bestrijding. De roofmijt is zeer klein en wordt niet gehinderd door de klierharen van tomaten. Pronematus heeft het voordeel dat het tegelijkertijd kleine mijten zoals tomatengalmijten en meeldauw bestrijdt. Bij Vertify is Pronematus nu in twee kassen tweemaal uitgezet (in week 6 en week 8) door de mijt met zaagsel boven in de kop van de planten uit te strooien.

De roofmijt werd drie keer gevoerd met stuifmeel van lisdodde (NutrimiteTM). Nutrimite wordt boven het gewas met een verblazer toegediend met een dosering van 500 g/ha. De ontwikkeling van de roofmijt wordt gevolgd. Er worden goede afspraken met de telers gemaakt over het bladplukken, zodat de predator zich goed kan vestigen. Op een later tijdstip zullen tomatengalmijten worden geïntroduceerd.

Kaswittevlieg en spint
Preventief is de sluipwesp Encarsia formosa ingezet tegen kaswittevlieg, door enkele kaarten op te hangen. Spint is al waargenomen. Daartegen zijn de roofmijtsoort Phytoseiulus persimilis en de galmug Feltiella acarisuga geïntroduceerd.

Macrolophus pymaeus wordt in week 10 ingezet, maar slechts in één kascompartiment. De roofwants is met name effectief tegen wittevliegen en rupsen. In het andere kascompartiment worden tomaten geteeld zonder Macrolophus en moet de beheersing van rupsen geheel worden gerealiseerd door de sluipwesp Trichogramma achaeae.

Tomatentelers zijn zelf intensief betrokken bij deze pilot
Om deze onbelichte tomatenteelt zo goed mogelijk te laten verlopen, is ook een actieve begeleidingscommissie vanuit de landelijke tomatencommissie betrokken bij de pilot. Wekelijks wordt door een lid van de BCO input gegeven worden aan het teeltproces, in nauwe samenwerken met de overige deelnemende partijen.

Financiering van deze pilot
De pilot wordt uitgevoerd in het kader van het pilotprogramma ‘Kas als Ecosysteem’. Het wordt voor de helft gefinancierd uit het praktijkprogramma ‘Plantgezondheid en stichting Kennis in je Kas’ (KIJK), en voor de helft door de gewascoöperatie Tomaat. Daarnaast is er een aanzienlijke in-kind bijdrage vanuit de betrokken partijen (Biobest, Bioline en Pats). Zij verzorgen de introducties van de biologische bestrijders, monitoringsuren en verslaglegging. De demonstratie wordt bij Vertify uitgevoerd, locatie Demokwekerij Zwethlaan.

Jeannette Vriend

Glastuinbouw Nederland - © 2024